De systemen waar wij het over hebben, zijn groepen mensen die sociaal verbonden zijn en kenmerken hebben. Een systeem heeft relatie- en communicatiepatronen. En elk systeem heeft een eigen energie en een eigen karakter.
zijn jouw huidig gezin, het gezin van herkomst (het gezin waarin je bent geboren), families, leefgroepen, teams, de kerk/ religie, jouw buurt, je stad, de provincie, het land waarin je woont, de politieke partijen, schoolklassen, organisaties, om maar een paar voorbeelden te noemen. Bij systemisch werken kijken we niet allen naar jou als individu maar we plaatsen jou in een breder kader, zoals de context van het gezin en het gezin van herkomst, de organisatie of het team waarin jij werkt.
Zie je hoe al deze systemen afzonderlijk één geheel vormen?
Vanuit jouw gezin van herkomst heb je zoveel waarde, normen, patronen en dynamieken geleerd, die neem jij, als individu, mee van het ene systeem naar het andere. Al jouw overtuigingen die daarbij horen, worden dan onderdeel van het systeem waarin je gestapt bent. Dat doet niet alleen jij, maar dat doen ook alle andere binnen dat systeem. Als het kon praten was er een kakofonie aan dynamieken en patronen, overtuigingen, waarden en normen. Zingt iedereen hetzelfde lied, gaat het prima met jou en met het systeem.
Maar wat nou als je last krijgt van jouw eigen patronen? Als jouw overtuigingen belemmerend blijken te werken. Wat nou als ze niet bijdrage aan jouw geluk of aan het geluk van het systeem waar je een onderdeel van bent? Wat dan?
We geven je een voorbeeld:
Een vrouw kwam uit een gezin waar ze, voor haar gevoel, niet erg zichtbaar was. Als kind voelde ze zich vaak vergeten en overgeslagen. Vader was altijd werken, druk met het opbouwen van zijn carrière en moeder leefde vaak in haar eigen wereld. Dat kon moeder zo goed, dat ze haar omgeving had uitgeschakeld. Dat kinderen opgehaald moesten worden van de balletles of moesten dineren werd met regelmaat vergeten. Ze leefde in de schaduw van haar zussen die door de ouders geprezen werden om hun intelligentie en schoonheid. Op een gegeven moment ontdekte ze, dat als ze iets voor de moeder deed, ze zichtbaar werd. Moeder verlangde emotionele en praktische steun en ’beloonde’ de vrouw met de woorden dat ze zo goed voor haar moeder zorgde. Het was een prettig gevoel, die beloning. Dus deed ze het steeds vaker en vaker en vaker.
Het patroon was: vrouw zorgde voor moeder.
De dynamiek was: vrouw ging steeds harder werken, voor haar moeder zorgen, om de beloning te ervaren.
Het gevolg was, dat de vrouw dit overal ging doen. Ze ging voor haar managers zorgen. Ze nam taken van hen over, om hun te ontlasten. En werkte zo hard dat haar eigen werk en de taken van de manager op tijd af had. De managers vonden dat wel prettig. Die zagen een hard werkende vrouw die veel voor elkaar kreeg en zelf hadden ze het iets makkelijker. De vrouw werd erom geprezen.
Het patroon was: vrouw zorgde voor manager.
De dynamiek was: vrouw ging steeds harder werken, voor haar manager zorgen, om de beloning te ervaren.
En zo zijn er voorbeelden te noemen in elk systeem waarin ze hoorde.
Beloning werd verward met geluk. De vrouw is met een burn-out thuis komen te zitten. Ze heeft moeten herontdekken wat geluk werkelijk voor haar betekend.